Impressie van de aprilgroep
In april begon de eerste groep RVWO-studenten bij Hogeschool Windesheim met de bachelor verpleegkunde. Aart Eliens, projectmedewerker RVWO, blikt terug op het eerste college.
De samenstelling van de nieuwe studentengroep is heel divers. Een aantal studenten is al werkzaam in de zorg. Deze studenten kozen voor verdere ontwikkeling in het verpleegkundig beroep door de opleiding op niveau 6 te gaan volgen. Sommige van de studenten diplomeerden overigens pas heel recent als verpleegkundige op niveau vier.
Voor enkele studenten is dit de eerste zorgopleiding die ze gaan doen, na jarenlang in een andere sector werkzaam te zijn geweest. Het volgen van de bachelor verpleegkunde betekent voor hen de realisering van een oude wens om ‘met mensen te werken’.
Specifieke RVWO-thema’s
In de eerste maand van hun opleiding zitten de studenten vooral in de collegebanken, daarna (in mei) start het werkplekleren. Tijdens die eerste maand staan er reguliere thema’s op het programma, zoals verpleegkundige vaardigheden, leren leren in leerteams, bronnen van kennis, een introductie op het beroep en wetgeving. Daarnaast verkennen de studenten ook meer specifieke RVWO-thema’s. Voorbeelden hiervan zijn Leefplezier, de betekenis van leervragen voor opleiding en werkplekleren, het brein bij oudere zorgvragers, morele sensitiviteit en het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg.
Eigen leerroute
Tijdens het eerste college typeerden vrijwel alle studenten het RVWO-onderwijs bij Hogeschool Windesheim als: een opleiding op maat, voor iedere student. Je kunt immers je leerroute voor een behoorlijk deel zelf bepalen. De studenten omschreven het RVWO-concept verder onder meer als: tegendraads, vernieuwend en als een concept dat lef uitstraalt. Een student had als associatie het woord “rommelig”. Dit bleek te staan voor het niet helemaal dichtgetimmerd zijn van de opleiding.
Driehoek zorgvrager, naaste, hulpverlener
De studenten reflecteerden ook op de huidige zorgpraktijk. Zij ervaren dat het soms moeilijk is om in teams die al heel lang samenwerken werk te maken van zorgvernieuwing.
Alle studenten omarmen het concept van de driehoek (zorgvrager – naaste – zorgmedewerker), een belangrijk concept uit RVWO. Tegelijkertijd stelden ze ook vast dat er verschillen zijn in de manier waarop hiermee wordt omgegaan. Een student vertelde dat in het hospice eigenlijk iedere wens van de zorgvrager wordt gehonoreerd: “Alles mag, als het maar even kan.” Enkele studenten die werkzaam zijn in de thuiszorg, gaven aan dat wensen van zorgvragers, zoals bijvoorbeeld ’s avonds douchen, regelmatig niet ingewilligd worden. Terwijl dat, met wat organisatie, gemakkelijk kan.
De studenten constateerden ook dat biografieën van zorgvragers vaak niet volledig zijn ingevuld. Dit betekent dat het moeilijk is vast te stellen in welke mate de geboden zorg aansluit bij de zijnswijze, wensen en verwachtingen van zorgvragers.
Niet eng
Het onderwijsleergesprek ging ook over het belang van een brede mensvisie, met aandacht voor lichamelijk, sociaal, psychisch én spiritueel functioneren van de zorgvrager. Over dat laatste domein, ook een belangrijk aandachtspunt voor verpleegkundigen, zei een student dat dit niet “eng” is, maar gewoon gaat over normen en opvattingen van zorgvragers. Het kan bijvoorbeeld gaan over de betekenis die het belijden van een geloof heeft voor iemand, maar ook over waarden die voor een persoon belangrijk zijn.
Zelfbewuste start
Mijn indruk van deze groep? Het zijn zelfbewuste studenten, die heel serieus met het verpleegkundig beroep bezig zijn en de uitdaging aangaan de vaardigheden en attitude te verwerven die passen bij de bachelor verpleegkunde.
Tekst: Aart Eliens.
Download artikel als PDFLees meer artikelen over:
Trefwoorden: Onderwijs, Waarde-vol onderwijs Leiden