Op weg naar effectieve zorg voor jeugd | ‘Die moeilijke dingen moeten op tafel blijven’

Geplaatst op 5 december 2024

Half november is een tweede groep deelnemers van start gegaan binnen de beweging Radicale vernieuwing jeugdzorg. Onder wie professionals van een aantal nieuwe zorgorganisaties in de jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering. De deelnemers kwamen voor het eerst samen tijdens een informeel ‘Kampvuurgesprek’. Waar willen zij aan werken?

Net als tijdens het Kampvuurgesprek met de eerste groep deelnemers, openen de persoonlijke verhalen van de deelnemers over hun dromen en waar ze van wakker liggen al snel het gesprek.

“Je bent ook maar mens,
met gevoel en zorgen. 
Lukt het niet vandaag,
dan hopelijk wel morgen.

Dit tekstje raakt me”, vertelt Ymke Doornebosch, opgeleid als orthopedagoog en nu strategisch adviseur inhoud en innovatie bij Samen Veilig Midden-Nederland. “Omdat ik vind dat we in deze tijd best streng zijn voor onszelf, voor onze omgeving. Maar ook als ik binnen Samen Veilig kijk, dan denk ik: jeetje wat vragen we veel van alles en iedereen om ons heen. Ik denk dat dat ook in de maatschappij een beweging is. Ik hoop dat we een stukje terug kunnen naar de menselijkheid. Dat mensen ook een keer een dag mogen hebben dat het allemaal niet zo lukt. Dat dat er ook mag zijn.”

‘We moeten iets anders doen’

Hugo van Meeuwen, directeur jeugdbescherming en jeugdreclassering bij Leger des Heils: “Laten we vanuit waarden met elkaar in gesprek gaan. Vanuit gelijkheid denken in de puzzel die we met elkaar willen bespreken. Maar ook hoe we daarin samen kunnen acteren. Vanuit rechtvaardigheid; een grote drijfveer van mij is strijden tegen onrecht. Daar ben ik mijn hele leven al mee bezig. Dat er herstel komt, heelheid. Dat het anders kan. 
Soms hoor ik verhalen over ervaringen in de jeugdzorg waarvan ik denk: ja, maar dat kan niet zo – dus we moeten iets anders doen.” 

In eerdere berichten op dit platform was al te lezen hoe de door LOC Waardevolle zorg ondersteunde vernieuwingsbeweging in de jeugdzorg tot stand kwam. Op basis van de ervaringen en ideeën van ervaringsdeskundigen, (groot)ouders, een cliëntenraadslid en professionals die vanaf het eerste uur actief betrokken zijn. Zij namen ook het initiatief om de deelnemende zorgorganisaties uit te nodigen. 

‘Ik wil een mens, niet een vinkjespersoon’

Cliëntenraadslid Marja Graauw werkte altijd in de jeugdzorg en heeft ook via haar zoon en kleinkinderen met de jeugdzorg te maken gehad. Ze droomt van een samenleving, waar kinderen en gezinnen belangrijk zijn. “Of senioren zoals ik. Dat wij niet in een systeem hoeven om geholpen te worden. Dat er gewoon mensen om je heen zijn, zoals je buren die je kunnen helpen. En dat je als je voor hulp belt, dat je dan een mens aan de telefoon krijgt en niet een vinkjespersoon die zegt, ja vinkje dit, vinkje dat. Maar gewoon een mens die met je meedenkt en dan met jou samen gaat kijken, welke hulp is er dan nodig.

Neem mijn kleindochter met dyslexie. Ja, dan wordt dat geconstateerd, de school moet dan bepaalde dingen doen, maar dat doen ze dan niet. En dan is het klaar. Ja, sorry, doei.

Nou, die wereld wil ik niet. Ik wil een wereld waarin ze zeggen, jij bent een leerling, jij bent een kind, jij hebt recht op van alles en nog wat en wij gaan jou helpen. Die wereld wil ik. En dat geldt voor kinderen, en dat geldt voor gezinnen, en dat geldt voor bejaarden.”

Anne-Claire Hiemstra en Hettie van Zalinge

‘Hoe goed ben ik dan eigenlijk opgeleid?’

Wat Anne-Claire Hiemstra drijft, klinisch psycholoog en directeur bij Levvel, zijn “de kleine belangrijke stapjes. Ik ontleen vaak hoop aan het werken met jongeren en gezinnen. Zo vertelde een collega mij het verhaal over een jongen met wie zij samen heel lang hadden geploeterd – met niet zo heel veel effect. En dat wat juist heel erg werkte, waar deze jongere gelukkig van werd, was een baantje bij de Action. Waar hij terecht kwam en waar hij gezien werd en waar zijn baas heel tevreden was. En waar hij het heel goed deed. Dus al dat ploeteren dat we dan deden, misschien heeft het wel wat geholpen, maar dat kleine, de baan bij Action, daar werd hij gelukkig. Voor mij als hulpverlener, ik ben opgeleid in al die protocollen, stappen, richtlijnen, denk ik dan: hoe goed ben ik dan eigenlijk opgeleid in deze kleine dingen bedenken en die sociale belangrijke structuren? Dus niet zo goed. En wat heb ik, wat hebben we dan te doen? Dat zijn dan steeds de vragen die ik me blijf stellen. Die kleine stapjes drijven me om een verschil te kunnen maken voor het grote.”

Helemaal stoppen? 

Frederique Coelman, ook directeur bij Levvel, heeft ook wel eens de gedachte gehad: kunnen we niet helemáál stoppen met alles dat we doen, en dan eens kijken wat er gebeurt? Ik ben ook iemand van grote doelen. Ik heb geleerd dat het helpt om een groot doel te hebben, een grote ambitie, en dan te denken: ik weet niet of we het gaan halen, maar we gaan op weg die kant op. En dat hebben we in Amsterdam gedaan met de gesloten jeugdzorg. In een proces van tien jaar hebben we veranderingen tot stand gebracht, waarbij de kern was: die verbinding en het relationele werken. Dus niet meer de protocollen, niet meer iedereen mag pas op verlof áls, daar zijn we allemaal mee gestopt. En veel meer vanuit de relatie gaan kijken: wat heb jij nodig? Wat is jouw vraagstuk, en hoe kunnen we daarbij aansluiten? En uiteindelijk hebben we ook de gesloten instelling (De Koppeling) kunnen sluiten.”

Hoop

Coelman put de meeste hoop uit het feit dat ze op dezelfde plek als waar de gesloten jeugdzorg zat, nu net een community gestart zijn: De Tafelberg. “Er zijn 290 woningen gebouwd voor jonge mensen, studenten, werkenden, ook jongeren uit de jeugdzorg. Waar we een inhoudelijk programma hebben met allerlei sociaal ondernemers uit Amsterdam Zuid-Oost. En waar we dus een community willen bouwen, waar jonge mensen elkaar ook in het gewone leven ondersteunen, of het nu gaat om koken of over omgaan met je geld, of hoe richt je je kamer in – al dat soort dingen. Dat je eigenlijk via ínformele steun probeert dat te bereiken. En dat is dus De Tafelberg [lees er hier meer over, red.]. Dat is heel groot, maar het geeft me ook hoop: dat ik denk, we kunnen dus ook met grote doelen dingen bereiken. 

Wij hadden onze cliëntenraad gevraagd om met een advies te komen voor 2025: wat is nu belangrijk, waar moet het over gaan? De essentie is elke keer weer: zie ons, hoor ons, luister naar ons, ga naast ons staan, betrek ons bij elke stap die je doet of wat je denkt dat er nodig is. Neem ons daarin mee. Neem ons daarin serieus. En dat is voor mij natuurlijk helemaal niet nieuw, laat dat duidelijk zijn. Maar wel dat ik dan denk: oh my god. Dus opnieuw krijgen we dat in our face. Die kanteling willen we dus ook echt maken. Hoe, dat weet ik niet. Maar dat is wel waar ik mij voor wil inzetten.” 

Ymke Doornebosch: “Naar elkaar omkijken. En stoppen met labels, onderzoeken wat waar mis is en daar pleisters op plakken. We moeten niet altijd naar hulpverleners kijken, het is niet alleen van jeugdhulp of hulpverleners – dat kan helemaal niet. Maar ik zie het in mijn directe omgeving ook gebeuren.”

‘Macht en dwang vervangen door respect, verbinding en gelijkwaardigheid’

Curtis de Roo, bestuurder Jeugdbescherming West en voormalig jeugdhulpverlener vertelt: “De overtreffende trap van hiërarchische relaties is in eerste instantie macht. En dan ligt daar nog een laag bovenop en dat is dwang. Het is evident dat macht bestaat, maar ik geloof niet dat als je macht uitoefent over iemand, daar iets positiefs uit ontstaat, dat iemand dan tot groei komt. Waar ik eigenlijk altijd mee bezig ben met de weg die ik binnen de jeugdzorg loop, is: als we nou macht en dwang kunnen vervangen voor respect, verbinding en gelijkwaardigheid. Dat is de droom die ik heb.”

De Roo vertelt verder: “Ik geloof eigenlijk niet dat een ondertoezichtstelling als middel in de maatschappij helpt, dat dit effectief is voor de vraag die er ligt bij de bescherming van gezinnen.” De Roo denkt dat er effectievere vormen zijn om jeugd te beschermen, waardoor véél minder gezinnen met jeugdbeschermingsmaatregelen te maken hoeven hebben, tot misschien wel een kleine tien procent van het huidige aantal. Het is een onderwerp waar ook de eerste groep deelnemers over sprak en waar we in onze Toekomstvisie Jeugd een eerste uitwerking van hebben gemaakt.

Lees verder onder de foto

Frederique Coelman, Curtis de Roo, Daisy Petrona

‘Jeugdzorg, erken je fouten’

Martijn Alblas, onafhankelijk vertrouwenspersoon voor ouders die met jeugdzorg te maken hebben, beschrijft tijdens het Kampvuurgesprek een gemis van erkenning in de jeugdzorg. “Elke keer als iets mis gaat binnen het jeugdzorgdomein is het stil. Neem het meisje van Nulde, het kindje Savanna, recenter het meisje van Vlaardingen. En dan krijgen we: ‘er gaat gewoon ook heel veel goed’. Ik vraag eigenlijk hetzelfde bij feitenonderzoek; jongens, we hebben een probleem. Hoe groot is dat probleem? Nou, we hebben een foutmarge van 100 procent op feitenonderzoek. Bij de vorige groep zei ik het ook: waarom zeggen jullie niet als keten of leden bijvoorbeeld van Jeugdzorg Nederland of als instelling, wij zijn verantwoordelijk voor feitenonderzoek, wij herkennen dat we een probleem hebben en we gaan er iets aan doen. Dit is langlopend, jullie zijn er jaren verantwoordelijk voor, je hoort er nooit wat over.”

“De jeugdbescherming bij het meisje van Vlaardingen heeft ook z’n mond gehouden, alleen gezegd: ‘vanwege de privacy mogen we nergens op ingaan’. In de krant staat: de jeugdbescherming kwam niet binnen bij dit pleeggezin. Waarom kan je daar niet mee naar buiten komen? ‘Wij als jeugdbescherming hadden een probleem. Ja, we zouden toezicht moeten houden en we kwamen niet binnen.’ Dat mag je toch gewoon zeggen? Het is ons niet gelukt. Het is ons gewoon niet gelukt. Om te kunnen leren moet je toch fouten erkennen? En als je je fouten erkent, dan kan je pas verder gaan, vooruit. Dat is ook wat de keten vraagt van ouders en jongeren: stel je lerend op, je hebt geen inzicht in je eigen gedrag en aandeel. Ik rouleer al jaren binnen de jeugdzorg, maar de jeugdzorg zelf is niet in staat om te erkennen. Mijn droom is dus dat de jeugdzorg gaat erkennen, dat is wat we echt moeten gaan veranderen. Vandaar dat ik een leeg wit blad heb meegenomen: we beginnen overnieuw en we gaan bouwen.”

“Geloof me, we weten echt wel dat er ook dingen goed gaan, weet Daisy Petrona, voorzitter van stichting Jeugdhulp Voldoende Beschermd die als kind zelf in de jeugdzorg zat. “Wat maakt dat we met Jeugdhulp Voldoende Beschermd niet vooral praten over wat wel goed gaat in de wereld van verblijfszorg, is omdat kinderen te vaak onnodig en onrechtmatig uit huis worden gehouden. Kinderen met onveilig verblijf die dat bespreekbaar durven maken, worden niet geloofd en er wordt niet enthousiast gewerkt aan terugplaatsing. Kinderen krijgen te vaak geen passende zorg. Verblijf voldoet niet aan internationale verdragen; kinderrechten en gehandicaptenverdrag worden geschonden. En in de jeugdzorg met verblijf maakt 75 procent van de kinderen een vorm van kindermishandeling of geweld mee. Wat goed gaat moet je vasthouden, wat niet goed gaat moet je durven zien en benoemen.” 

Hettie van Zalinge zit ook in de cliëntenraad, heeft als moeder zelf ervaring met jeugdbescherming en is duidelijk: “We moeten gewoon de stekkers eruit trekken. Stoppen met wat we altijd al zo deden. En dan nieuwe dingen gaan inpluggen. Vanuit de basis dat we kinderen de ruimte geven, zodat ze kunnen zijn wie zij zijn. En zich niet in allerlei hokjes moeten passen die niet passen bij wie ze zijn.“

‘Die moeilijke dingen moeten op tafel blijven’

Anne-Claire Hiemstra hoopt zich hard te kunnen blijven maken voor “het verbinden van de rijkdom van de wetenschap en ervaringskennis van alle betrokkenen.” Tegelijkertijd is het ook moeilijk, vervolgt ze. “Want ik kom vanochtend ook uit een gesprek en dan denk ik: hoe dan? Het belangrijkste dat ik dan moet doen is zorgen dat die hele moeilijke dingen die er zijn en blijven, op tafel kunnen blijven. Ze benoemen en transparant houden. Dat gaat niet goed en sommige dingen zijn pijnlijk en gaan ook mis. Maar die moeilijke dingen moeten op tafel. Dus de angst, de overtuiging, de gedraging – allemaal. En dan hoop ik te kunnen bewegen.” 

Deelnemers geven aan dat we echt iets te doen hebben en dat dit Kampvuurgesprek een aanleiding is om weer te kijken: wat heb ik dan te doen, morgen, overmorgen en daarna? De aanwezigen herkennen elkaars enthousiasme over mogelijkheden van verbinding en de nodige vernieuwing, en tegelijkertijd ook de vraag: hoe dan? “Die vraag moet je eigenlijk blijven vasthouden.”

Ingrid Rebel, coördinator Radicale vernieuwing jeugdzorg: “Ik zie ons als een soort reisgezelschap. We gaan op reis, we hebben onze dromen en we weten globaal waar we naartoe gaan, maar hoe precies dat weten we nog niet. We hebben onze waarden als kompas en we banen onze weg – je kunt het niet vanachter een bureau bedenken.“

Broedplaatsen

Douwe Dronkert organiseert al sinds 2016 betrokkenheid bij de (brede) beweging Radicale vernieuwing. Onderdeel van zijn droom is dat er plekken zijn, waar gesprekken zoals deze steeds gevoerd kunnen worden. “Waardoor alle mensen die betrokken zijn bij wat er in de praktijk moet gebeuren doorgaand zo’n plek op kunnen zoeken waar openheid kan zijn en menselijkheid voorop staat. Zodat daar moed uit geput kan worden, hoop en inspiratie. En vooral op heel praktische manieren dingen uitgewisseld, uitgevonden en (her)ontdekt kunnen worden. Afgelopen jaren – bijvoorbeeld in de beweging Radicale vernieuwing verpleeghuiszorg en in de langdurige ggz – heb ik gemerkt hoe essentieel dat is om alles dat er al is – ik denk dat heel veel er al is – ook daadwerkelijk aan te kunnen boren. Het vergt zoveel van ieder mens die erbij betrokken is, en dus ook van ons met elkaar. Zonder zulke broedplaatsen, die uitgaan van een wit vel (vanuit de vraag: wat als we het helemaal opnieuw zouden kunnen doen?) wordt het lastig. Want ondanks onze goede bedoelingen, is het moeilijk om het oude echt los te laten. Voor je het weet zit je toch nog weer in hetzelfde, waar je aan voorbij wilde. Dat systemische zit in ons denken en doen, in hoe we geneigd zijn om naar oplossingen te springen. Wat ik heb gezien is dat we via dit soort broedplaatsen elkaar kunnen helpen in de zoektocht naar en het bouwen van het nieuwe.”

Vlnr: Aukje Lausberg, Marja Graauw, Hugo van Meeuwen, Carlijn van Aalst, Frederique Coelman, Curtis de Roo

Excuses

Over erkenning zijn de deelnemers nog niet helemaal uitgesproken. “We hebben toch ook verantwoordelijkheid te nemen voor wat we hebben aangericht, hoe moeilijk ook,” vertelt Frederique Coelman. “We hebben dingen echt dramatisch fout gedaan en heel veel schade aangericht.” Bij de sluiting van de gesloten jeugdzorginstelling van Levvel bood directeur Coelman excuses aan, aan jongeren, opvoeders en medewerkers, voor de pijnlijke, schadelijke ervaringen. Hier is er meer over te lezen of beluisteren. Ook op landelijk niveau is Coelman betrokken geweest bij de totstandkoming van excuses, waar partijen op dit moment aan werken (zie bijvoorbeeld deze pagina onder het kopje ‘Excuus Jeugdzorg Nederland’).

Daisy Petrona vindt de nieuwe landelijke excuses een belangrijke actie, voor de kinderen om wie het gaat. Maar ze vraagt zich af waarom alleen deze groep jongeren (jongeren uit de gesloten jeugdzorg en justitiële jeugdinstellingen) landelijke excuses en mogelijk verdere ondersteuning bij geleden schade gaat krijgen. Terwijl al lang bekend is dat ook de andere jongeren die sinds 1945 schade geleden hebben – de grootste groep – dat ook nodig hebben en zij daar al jaren om vragen.

“En de kinderen die eraan komen?” Vraagt Martijn Alblas zich af. “Is de jeugdzorg plus al dicht? Het ware verhaal wordt uitgesproken met excuses, maar de dag erna, een maand later?” Toen rapport de Winter (‘Onvoldoende beschermd’) verscheen in 2019, heeft de overheid ook excuses aangeboden. In de praktijk is nog niet veel gedaan met de aanbevelingen van het rapport, vele medewerkers kennen het bestaan ervan niet.

Coelman: “Ik ben het heel erg met jullie eens, en dat is een van de dingen die ik van vandaag meeneem, mogelijk kan ik er iets in betekenen. Het gaat om álle kinderen in de jeugdzorg.”

‘Er is radicale vernieuwing nodig’

Alblas: “Dus wat gaan we doen?”

Anne-Claire Hiemstra: ‘Er is radicale vernieuwing nodig.”

Mede geïnspireerd door de stappen die in de eerste groep deelnemers gezet worden, komen de deelnemers van de tweede groep begin 2025 opnieuw bij elkaar, om te bespreken wat ze concreet met elkaar kunnen gaan betekenen.

Doorsmeulen
Houdt nooit het kampvuur gekooid
dat in de hoop van nu naar ooit
we elk mens zien voor wie ze zijn
en fouten durven erkennen
de angst, de schade, de pijn 

Wil je samen met mij dromen
hoe we deze zwarte nacht doorkomenen
hoe we kunnen stoppen met de kwelling
van IQ testen, risicotaxaties en
onder toezicht stelling

Aukje Lausberg schrijft tijdens onze Kampvuurgesprekken soms gedichten.

Meer weten

Kijk hier voor alle deelnemers aan Radicale vernieuwing jeugdzorg. Ook interesse? Neem contact met ons op via rvjeugdzorg@loc.nl of 030 284 3200.

Hou de nieuwsbrief en sociale media van Radicale vernieuwing jeugdzorg in de gaten. En volg je onze vernieuwingsbeweging in de jeugdzorg al op LinkedIn, X, Instagram, Facebook en YouTube? Daar delen we ons nieuws vaak als eerste.

Download artikel als PDF

Praat mee!

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Platform deelnemers

Alle deelnemers

Nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Click to access the login or register cheese