Krachtige rol van de gemeenschap – Meet up Hollandscheveld
Wie helpt nou eigenlijk wie vooruit? Cynthia op den Brouw van Espria Ledenvereniging en Zorghulp: “We moeten ophouden met zeggen dat we aanvullend zijn. Nee. Wij zorgen voor elkaar en aanvullend hebben wij professionele zorg nodig. Dat is echt een andere gedachtegang.” Marlou Pijnappel, Oranjefonds vat samen wat bij iedereen in de zaal leeft: “Dit is het maatschappelijke vraagstuk wat ons allemaal aangaat. Hoe kunnen wij dat samen oplossen?”
Prettig opgroeien en oud worden in een zorgzame samenleving en dan het liefst zodat je zelf kunt beslissen over hoe je wilt (samen)leven, werken en zorgen. Kan dit? Ja, bewijst Hollandscheveld. Alleen is de reis naar dit toekomstideaal voor Nederland één vol uitdagingen en kansen. Dit blijkt tijdens de eerste meet-up van dit jaar van LOC Waardevolle Zorg (initiatiefnemer Radicale vernieuwing), Nederland Zorgt Voor Elkaar, Espria Ledenvereniging en Zorghulp. Hieronder een uitgebreide (ook video-)terugblik, van dit onderwerp waar vernieuwers in de beweging Radicale vernieuwing actief aan werken binnen het actieteam Zorgzame gemeenschappen.
Decor voor de inspirerende en leerzame bijeenkomst (29 mei) is dorpshuis ‘t Anker in Hollandscheveld. In dit Drentse dorp helpen inwoners elkaar al ruim tien jaar met allerlei (zorg)taken via Dorpscoöperatie Hollandscheveld Verbindt. Het zogeheten naoberschap, het omkijken naar elkaar, is vervlochten met het dagelijks leven.
Kwetsbare inwoners helpen
De ontstaansgeschiedenis van Dorpscoöperatie Hollandscheveld Verbindt gaat twaalf jaar terug, naar de tijd waarin plannen voor decentralisatie van zorgtaken van het Rijk naar gemeenten steeds dichterbij kwamen. Vereniging Hollandscheveld Plaatselijk Belang broedde op een oplossing, vertelt bestuurslid Jan de Vries. “Kunnen wij inwoners vragen om zorgtaken op zich te nemen en kwetsbare inwoners te helpen?” Met als gedachte dat op deze manier geld beschikbaar blijft voor noodzakelijke professionele zorg en dat zorg op maat mogelijk blijft.
De Werkgroep Zorg en Welzijn werd opgericht, met naast De Vries ook Aly Bruins, Willem Kip en Wim Kleine. Hun missie: professionele zorg en hulp door vrijwilligers aan elkaar koppelen. “Daarom besloten wij om het te verbinden met de Wmo ondersteuning voor alle inwoners.” Hobbels om te nemen waren er zeker. De Vries: “De zorgwereld is een versnipperde wereld, met verschillende wetten, financiële stromingen en beheerders van dat geld. De wetgeving is zeer dynamisch en wij waren allen relatief nieuw in deze wereld.”
Regelruimte
Noord Nederlandse Coöperatie van Zorginstellingen (NNCZ) wilde zich aansluiten bij het burgerinitiatief in Hollandscheveld. “Daar is regelruimte voor nodig. Op alle vlakken. Zodat niet alleen de ordening van informele en formele zorg herijkt werd, maar ook dat die professional samen met die inwoner het beste arrangement van hulp zou kunnen inzetten”, aldus Roeli Mossel van NNCZ. Uiteindelijk kwam er groen licht. “Medio 2016 is van start gegaan met wat uiteindelijk landelijk domein overstijgend samenwerken (DOS) is gaan heten.
Van plan naar dorpscoöperatie
Er kwam een plan op tafel om een zorgcoöperatie op te richten naar het voorbeeld van Dorpscoöperatie Austerlitz Zorgt. Dit projectplan werd goedgekeurd. Het draagvlak onder inwoners en de gemeente was groot. Meerdere subsidies werden aangevraagd en toegekend. De kanteling van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving was in gang gezet. Vrijwilligers sloten zich aan. Tegelijkertijd werd –uiteindelijk- met steun vanuit de gemeente een dorpsregisseur aangesteld, voor eerst 20 en later 32 uur per week. “De gemeente is er stilletjes trots op dat het er is”, klinkt het. “We zijn op dit moment bezig met onze tweede dorpsregisseur.”
Een gezicht achter de deur
Erna van der Molen is de huidige dorpsregisseur. Samen met een aantal maotwarkers (wijkverpleegkundigen) kijkt zij naar wat nodig is om de zorgverlening aan kwetsbare inwoners verder te verbeteren. “Maotwerkers kijken domeinoverstijgend. Wat wil de dorpsbewoner, wat is nodig? Waar de formele zorg ophoudt, zetten wij de informele zorg in en omgekeerd. Je hebt korte lijntjes en kunt snel schakelen, ook naar vrijwilligers toe.” Maotwerker Tineke Massier vult aan: “Is er net wat meer hulp in de huishouding nodig, zodat iemand de persoonlijke zorg kan blijven doen voor een partner, dan zet je daar hulp op in.”
Probeer problemen voor te zijn
Het aantal vragen van niet medische aard loopt hier terug. Jan Schaart, lid van de raad van bestuur van Dokter Drenthe: “Omdat het anders wordt opgepakt of überhaupt niet meer bij hen terechtkomt. Dat is een perfecte beweging.” En noodzaak. Hij waarschuwt: “Kosten in de gezondheidszorg moeten we beheersbaar houden. Het geld dat wij vrijspelen moet op een andere manier naar de voorkant toe: preventie.“
Solidaire gemeenschap
De vrijwilligers in Hollandscheveld zijn al vaak in actie gekomen, op allerlei vlakken: klusjes, taxiritjes, in de tuin helpen, administratie enzovoorts. De Vries: “Koploper is het ontzorgen van de mantelzorger.” Hij vervolgt: “Je krijgt een ander soort gemeenschap waarin meer naar elkaar wordt omgekeken, een solidaire gemeenschap.” Tegelijkertijd durven mensen eerder aan de bel te trekken voor hulp, zoals een overbelaste mantelzorger. “Mijn grootste ideaal is dat de dorpscoöperatie straks overbodig is. Dat het vanzelfsprekend is dat iedereen naar elkaar omkijkt.”
Meerwaarde: eenzaamheid bestrijden
Kleine dingen kunnen grote waarde krijgen, blijkt uit het verhaal van inwoonster Trijnie Huizing (90). Haar agenda
zit weer vol leuke activiteiten. Iemand haalt haar op voor een leuke activiteit in ‘t Anker, zij regelt dat die knoop
weer aan een jasje zit. “Anders zat ik veel alleen thuis.” Een succes is ook de dagontmoeting in Woonzorgcentrum
Beatrix, waar je zonder indicatie welkom bent.
Regioplan Drenthe
Een heikel onderwerp wordt in de middag bij de kop gepakt: het Regioplan Drenthe, dat is opgesteld naar aanleiding van het landelijk Integraal Zorg Akkoord (IZA). Een lijvig boekwerk van 110 pagina’s. Had prima een A4-tje kunnen zijn, stellen enkelen. En dat is niet het enige kritiekpunt. De Vries: “Wij krijgen min of meer voorgeschreven wat goed is voor die inwoner. Dat weet die inwoner zelf wel.”
Over hoe je alle neuzen dezelfde kant op krijgt, verschillen de meningen. Cees Hesse van Stichting Onderdak Vledder stelt het scherp: de systeemwereld heeft een achterstand ten opzichte van burgerinitiatieven, die met elkaar in gesprek zijn over de voorzieningen die op dorpsniveau cruciaal zijn. “Het gaat om de inwoners van de dorpen, hun eigenheid, hun belangen, hun behoeften, en de vraag hoe wij daar vorm aan geven. Daar waar we tekortschieten, vragen wij pas het systeem erbij en niet eerder. We willen graag de kracht van de inwoners inzetten.”
“Daar waar we tekortschieten, vragen wij pas het systeem erbij en niet eerder.”
Cees Hesse, stichting Onderdak Vledder
Naar mensen toe bewegen
De beweging naar de lokale inwoner toe maken is best ingewikkeld, erkent Evelien Klunder, beleidsadviseur bij de gemeente Hoogeveen en De Wolden. “Welke vragen leg je voor aan inwoners en hoe doe je dat op een goede manier? Want we hebben niet dé inwoner van Drenthe.” Ze vervolgt: “Er zijn vraagstukken waar wij nog geen antwoord op hebben. Dat vinden we heel ingewikkeld. We denken vanuit de huidige wereld, maar moeten naar een nieuwe wereld. Hoe ziet die eruit? Wat betekent dat?”
Elkaar versterken
Er ontstaat rumoer als het gaat om bij wie je precies kunt aankloppen voor financiële middelen. Schotten in de systeemwereld doemen op. Bijvoorbeeld vanwege een te kleine schaalgrootte (ten opzichte van totale verantwoordelijkheid voor alle regio’s). Sjoerd Versluis van Menzis relativeert: “Een systeem veranderen heeft tijd nodig. Soms is het nodig dat het schuurt om verder te komen. Er is echt wel wat mogelijk als de vraag concreet is. Laten we van elkaar leren en elkaar versterken.”
Ook over de vraag waar de besliskracht moet liggen roert de aanwezigen. En wie helpt nou eigenlijk wie vooruit? Cynthia op den Brouw van Espria Ledenvereniging en Zorghulp: “We moeten ophouden met zeggen dat we aanvullend zijn. Nee. Wij zorgen voor elkaar en aanvullend hebben wij professionele zorg nodig. Dat is echt een andere gedachtegang.” Marlou Pijnappel, Oranjefonds vat samen wat bij iedereen in de zaal leeft: “Dit is het maatschappelijke vraagstuk wat ons allemaal aangaat. Hoe kunnen wij dat samen oplossen?”
Stel de vraag centraal
Aiko de Raaf, Kwartiermaker Integraal Zorgakkoord (IZA) VWS reageert: “Wij zijn ons als samenleving aan het heruitvinden. De echte oplossingen voor de zorg liggen in veel gevallen in eerste instantie buiten de zorg. Het is ook prima dat dorpen of verenigingen op eigen kracht verandering willen teweegbrengen.”
Tempo maken
De verbinding opzoeken en met elkaar in gesprek gaan is mooi. Maar actie is beter. Mossel doet een oproep om tempo te maken. “We zijn goed geworden in schrijven en praten maar het gaat ook heel erg over doen. Met vertrouwen in elkaar. Met vertrouwen in de kracht van de inwoners en vertrouwen in de bedoeling van de professionals. Laten we tempo gaan maken en die vernieuwing inzetten.”
Schaart vult aan: “Dit is geen korte termijn beweging. De uitdaging is of we langer dan 10-15 jaar vooruit kunnen kijken. Wat is nodig om die beweging te maken. En hoe financieren wij dat op termijn? Zijn we in staat een lange termijnvisie te behouden en onszelf te blijven ontstijgen?”
Wat maotwerker Gerlinda Bruinenberg betreft is de oplossing vrij helder: “Kom samen tot een oplossing. Het is een kwestie van gewoon doen!”
De volgende bijeenkomst
De volgende meet-up is op 24 september bij Het Dagelijks Bestaan in Zutphen. Wil je erbij zijn? Aanmelden kan via deze link: Meet-up Dagelijks Bestaan – LOC Cliëntenraden (clientenraad.nl)
Download artikel als PDF